Hoi pb'ers,
Ik heb het artikel over BMI nog eve goed bekeken en ik zal even opschrijven wat ik eruit heb kunnen halen (laat het weten als het niet klopt...).
Ten eerste zeggen de auteurs inderdaad dat een grotere body mass een voordeel zou moeten zijn bij de fysieke prestaties, omdat een grotere body mass blijkbaar ook betekent dat er meer fat free mass is (dus meer spiermassa).
De absolute VO2 max is niet verschillend tussen gewone en obese mensen en ze verklaren dat dus omdat obese mensen meer spiermassa hebben (volgens de formule zou je met meer spiermassa dus ook een hogere VO2 max moeten kunnen hebben). Dit relativeert dus ook het overzichtsartikel een beetje omdat die a-v verschillen in O2 opname dus wel degelijk verschillen tussen mensen.
Als je corrigeert voor lichaamsgewicht (dus de VO2 max per kg) dan is er wel een verschil in VO2 max.
Dit betekent volgens mij dat je dus verwacht dat obese mensen een hogere VO2 max hebben, maar dat hebben ze niet en dus is in verhouding hun prestatie slechter. Bovendien verrichten obese mensen minder arbeid op het moment dat ze hun VO2 max bereikt hebben (minder mechanical efficiency).
Al de data over ventilation zijn op zich wel logisch, maar ik weet niet goed hoe ik het moet integreren met het overzichtsartikel. Bij maximale inspanning is de VE lager in obese mensen (dus minder uitgeademde lucht, dit kan komen door langzamer of minder diep ademen) en de breathing efficiency is ook lager. Er wordt gezegd dat dit kan betekenen dat de obese mensen niet uitgeput waren. Ze zeggen ook dat de VO2 max van obese mnensen hierdoor misschien onderschat is (dan vraag ik me wel af of er uiteindelijk wel verschillen te vinden zijn).
Ik denk dat het gedeelte over de kilogram correctie wel belangrijk is voor de studenten. Ik weet niet of ze daarvoor corrigeren (het nomogram doet dat niet), maar ze moeten dat eigenlijk wel doen. Als ze dat niet doen, dan krijgen ze waarschjnlijk sowieso geen verschillen in de groepen.
Nou, hopelijk hebben jullie hier iets aan en sorry dat ik in de vergadering soms zo doorzaag over inhoudelijke dingen, hahah. Misschien moeten we inderdaad dat soort brainstorm sessies gewoon buiten de vergadering om plannen voor alle andere pietlutten in onze groep ;-)
Groetjes,
Christa
Universiteit van Amsterdam
College of Science
Christa Nijnens
Docent Academische Basisvaardigheden
Science Park 904, kamer C2.159a
T 020 525 7624